Samenwerkingen tussen dierentuinen
Medewerkers van Blijdorp blijven door middel van (inter-)nationale congressen op de hoogte van de laatste inzichten en passen deze actief toe binnen Blijdorp. Ook wij delen structureel onze nieuw verkregen inzichten met collega-dierentuinen. Zo coördineren en werken we regelmatig mee aan zogeheten EAZA Best Practice Guidelines. Dit zijn richtlijnen waarin de optimale verzorging en huisvesting van een bepaalde soort staat beschreven om te zorgen voor een zo goed mogelijk welzijn voor deze specifieke diersoort in Europese dierentuinen en daarbuiten.
Dierenwelzijn is ook één van de aspecten waarop Diergaarde Blijdorp continu wordt gecontroleerd door accrediterende organisaties waar de Diergaarde lid van is, zoals de NVD (Nederlandse Vereniging van Dierentuinen) en EAZA (European Association of Zoos and Aquaria). Dit betekent dat dierentuinen die lid zijn van deze organisaties elkaar regelmatig bezoeken om elkaar scherp te houden.
Structurele monitoring van dierenwelzijn
Regelmatig kom je in Blijdorp medewerkers en studenten tegen die bezig zijn met het opstellen of invullen van welzijnsbeoordelingen. Net als onze collega’s binnen de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) hanteren wij de NVD Dierenwelzijn Methodiek voor het systematisch en zo objectief mogelijk beoordelen van dierenwelzijn. Dit doen wij op structurele basis. In deze welzijnsmetingen worden verschillende aspecten van het dier bekeken, zoals de fysieke gezondheid, voeding, de huisvesting en de gedragingen van het dier. Deze metingen worden zowel op individueel als op groepsniveau uitgevoerd. Meerdere personen van verschillende disciplines voeren deze monitoring uit. Aan het einde van zo’n proces worden de bevindingen besproken en actiepunten opgesteld om het welzijn te optimaliseren. Voor de uitvoering van deze actiepunten wordt een zogenaamd Dierenwelzijn Actie Plan geschreven. Naast het uitvoeren van deze NVD Dierenwelzijn Methodiek worden de dieren dagelijks gecontroleerd door de verzorgers en is er elke dag een dierenarts aanwezig of op oproepbasis beschikbaar.

Dierverzorgster monitort het welzijn van de Sumatraanse tijger
De rol van onderzoek bij het verbeteren van dierwelzijn
Naast onze structurele welzijnsbeoordelingen voeren wij, in samenwerking met hogescholen en universiteiten, regelmatig aanvullend onderzoek uit naar specifieke kwesties die mogelijk van invloed zijn op het dierenwelzijn. Zo doen wij onderzoek naar hoe bestaande invloeden, zoals bezoekersaantallen en het weer, effect hebben op het welzijn van onze dieren. Deze verdiepende onderzoeken leiden vaak tot nieuwe vragen, maar leveren soms ook specifieke aanbevelingen op. Om zeker te weten of bepaalde aanbevelingen het gewenste welzijn-verhogende effect hebben, voeren wij vervolgonderzoeken uit om te achterhalen of voorgestelde aanpassingen in de verzorging of huisvesting leiden tot gedragsveranderingen bij onze dieren. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzocht in hoeverre het aanbieden van voer op willekeurige momenten leidt tot een soorteigen gedragspatroon bij onze grote katachtigen.
Ook wordt er regelmatig veterinair onderzoek uitgevoerd. Zo is er laatst een onderzoek naar bepaalde gezondheidsproblemen bij de Aziatische leeuwen afgerond, zoals het hebben van een vreemde loop. Deze zelfde gezondheidsproblemen komen ook voor bij Aziatische leeuwen in het wild, maar de oorzaak van deze problemen is nog niet eenduidig aan te wijzen. Een studente van de Universiteit Utrecht heeft alle mogelijke oorzaken onder de loep genomen en we hebben nu een beter beeld van de oorzaken afzonderlijk. Vervolgonderzoek moet nog dieper ingaan op deze oorzaken in de hoop dat we een oplossing kunnen vinden voor deze problemen die helaas een groot gedeelte van de wereldwijde populatie Aziatische leeuwen treft.
Stress en welzijn
Hoewel chronische stress zorgt voor een verminderd welzijn, hoeft stress niet per se negatieve gevolgen te hebben voor een dier. Kortdurende stress kan zelfs functioneel zijn, doordat een dier dan wordt uitgedaagd en gestimuleerd. Kortdurende stress komt bijvoorbeeld voor tijdens conflictsituaties tussen dieren of tijdens een veterinaire ingreep. Daarnaast kan kortdurende stress ook als verrijking voor het dier worden toegepast. Bijvoorbeeld door het nabootsen van een roof- prooidiersituatie of door het aanbrengen van geuren of het afspelen van geluiden in een verblijf. In ons eigen laboratorium kunnen we nu voor een aantal diersoorten de cortisolwaardes in het bloed en ontlasting meten om te bepalen hoeveel stress een dier ervaart. Hierdoor kunnen we in de gaten houden of de dieren geen chronische stress ervaren. Op dit moment monitoren we dit al structureel bij de Aziatische olifanten en zwarte neushoorns. De verwachting is dat we dit op korte termijn voor nog meer soorten kunnen gaan toepassen.
Voortplanting en dierenwelzijn
Steeds meer diersoorten binnen onze collectie worden beheerd op basis van zogenoemde populatiemanagement programma’s. Deze programma’s hebben als doel om gezonde, duurzame populaties in dierentuinen op te bouwen en te behouden ten behoeve van soortbehoud. Door strikt toe te zien op welke dieren met elkaar voortplanten, worden er genetisch gezonde dieren geboren wat bijdraagt aan hun welzijn.
Soms worden er zoveel nakomelingen geboren dat het fokken moet worden geremd, omdat er niet altijd genoeg plek is voor elk individu binnen kwalitatief goede dierentuinen en/of er geen mogelijkheid is om dieren uit te zetten in het wild. Het beperken van het aantal nakomelingen kan bijvoorbeeld door verschillende vormen van anticonceptie toe te passen, zoals het scheiden van mannelijke en vrouwelijke dieren in zogenaamde ‘bachelor-groepen’, door dieren te steriliseren, te castreren of door toediening van hormonen de reproductiecyclus te onderbreken. Elk van deze ingrepen heeft echter een impact op het welzijn van een dier, omdat de hormoonhuishouding wordt verstoord en/of omdat het dier wordt geremd in het uiten van natuurlijk gedrag. Ook het uiterlijk van een dier kan veranderen, zodanig dat een dier niet meer geaccepteerd wordt door de groep, bijvoorbeeld een leeuwenman die zijn manen verliest. Daarnaast kan het toedienen van hormonen leiden tot gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld tumoren aan voortplantingsorganen) of tot een onomkeerbare onvruchtbaarheid, waardoor dieren in een later stadium niet meer kunnen deelnemen aan een populatiemanagement programma.
Omdat veel anticonceptiemaatregelen leiden tot dierenwelzijnsproblemen vinden wij het van belang dat onze dieren zich op regelmatige basis voortplanten. Het verwekken, krijgen en het zorgen voor nakomelingen vormt namelijk een essentieel onderdeel van het soorteigen gedrag van een dier en is daarom van groot belang voor het welzijn van een dier en/of de groep. Daarom kan het voorkomen dat dieren zich toch mogen voortplanten, maar dat er in Blijdorp of geaccrediteerde collega-dierentuinen geen plek voor deze nakomelingen is en de dieren niet kunnen worden uitgezet in het wild. Hierdoor kan het zijn dat nakomelingen op het moment dat zij in de natuur zouden worden verstoten door hun ouders, worden gedood. Gelukkig komt dit maar heel weinig voor en nooit voordat alle andere alternatieven zijn onderzocht.

Het grootbrengen van jongen is een wezenlijk onderdeel van soorteigen gedrag
Kortom, wij werken vanuit verschillende disciplines elke dag aan het optimaliseren van het welzijn van onze dieren in de Diergaarde en in andere dierentuinen wereldwijd.