Ga naar belangrijkste inhoud

aLFgpGGNHVfTObtL

Leeuwen staan bekend als grote, gevaarlijke roofdieren van de Afrikaanse savanne. Maar wist je dat er ook leeuwen in Azië leven? Ooit waren dat er veel, maar tegenwoordig zijn het er minder dan 1000! Om deze grote katachtige weer te laten opkrabbelen, coördineert Diergaarde Blijdorp het Europese populatiemanagementprogramma voor de Aziatische leeuw. Zo zorgen we voor een reservepopulatie van deze indrukwekkende roofdieren in dierentuinen, die we met behulp van onderzoek zo gezond mogelijk houden.

Panthera leo persica
ZS0gxhAAACMAnHP8
Levensduur

16 - 18 jaar

Hoogte

90 -125 centimeter

Lengte

1,4 - 2,5 meter

Gewicht

♀ 120 tot 190 kilogram

♂ 150 - 225 kilogram

VoedselVlees
Draagtijd110 dagen
Volwassen met2 jaar
Aantal jongen per keer1 - 6 welpen
Ik ben eenZoogdier
Aantal in het wild±650
Bedreigingsniveau
Bedreigd

Leeuwen zijn grote katachtigen, die te herkennen zijn aan hun gespierde bouw, goudbruine vacht en lange staart met een donkere pluim aan het einde. Mannetjes hebben ook een dichte bos manen om hun nek. Vrouwtjes hebben die niet.

Het verschil tussen Aziatische en Afrikaanse leeuwen is ook te zien aan de manen: deze zijn iets minder imposant dan bij zijn Afrikaanse verwanten. Ook zijn Aziatische leeuwen over het algemeen iets kleiner en hebben ze een huidplooi over de lengte van de onderbuik. 

Vroeger kwam de Aziatische leeuw voor van Perzië (Iran) tot aan oost-India. Tegenwoordig zijn ze alleen nog maar te vinden in het Gir Forest National Park in het westen van India. In tegenstelling tot hun Afrikaanse verwanten, die op open vlaktes jagen, leven Aziatische leeuwen vooral in bossen.

aLFoHmGNHVfTObym

Aziatische leeuwen jagen meestal alleen. In de bosrijke omgeving waar ze leven, kunnen ze zich goed verstoppen. Als een nietsvermoedend zwijn, hert of antilope te dicht bij komt, springt de leeuw tevoorschijn om zijn prooi te grijpen.

Door te jagen op deze dieren zorgt de leeuw dat er niet teveel planteneters in het gebied zijn. Zo wordt het bos niet kaalgevreten. Daarom zijn grote roofdieren zoals leeuwen erg belangrijk voor hun leefgebied.

aLFpuGGNHVfTObzy

In tegenstelling tot andere katachtigen, die meestal alleen leven, zijn leeuwen zeer sociale dieren. Meestal bewaakt één mannetje een groep vrouwtjes en hun welpen. Hoewel deze ‘troepen’ bij Afrikaanse leeuwen vaak uit 4 tot 6 volwassen vrouwtjes bestaan, zijn Aziatische leeuwentroepen vaak maar 2 tot 3 vrouwtjes groot.

Soms trekken twee of drie mannetjes samen op om meerdere groepen vrouwtjes te bewaken. Samen hebben ze een grotere kans om rondzwervende mannetjes te weren. De sociale structuur van leeuwen is erg complex en wetenschappers ontdekken er steeds meer over.

aLFqW2GNHVfTObz-

Aziatische leeuwenmannetjes houden de wacht over een aantal vrouwtjes, waar ze andere mannetjes bij uit de buurt willen houden. Leeuwen hebben geen vast paarseizoen: het mannetje moet wachten tot het vrouwtje er klaar voor is.

Soms probeert een nieuw mannetje de groep over te nemen door het oude mannetje te verjagen of zelfs te doden. Als dat hem lukt, doodt hij eerst alle welpen. Dat doet hij zodat de vrouwtjes weer eerder vruchtbaar zijn en hij zelf nakomelingen kan verwekken. Daarom moeten dierentuinen altijd goed opletten als ze een nieuwe leeuwenman introduceren.

Z7XRep7c43Q3f9y4

Aziatische leeuwen baren meestal 2 of 3 welpen, die bij de geboorte ongeveer 1,5 kilo wegen. De moeder verschuilt zich eerst op een veilige plek met haar welpen voordat ze haar welpen meeneemt naar de troep. Daar worden de jongen verzorgd door alle vrouwtjes: soms zogen ze zelfs bij andere leeuwinnen.

Leeuwenwelpen leren veel van elkaar en hun ouders. Ze spelen om te leren vechten en te rennen. Als ze groot genoeg zijn kijken ze mee hoe hun ouders jagen. Zo oefenen ze belangrijke vaardigheden om te overleven. Na 2 tot 3 jaar verlaten ze de troep waar ze zijn geboren, op zoek naar een nieuwe troep.

aLFv5GGNHVfTOb3g

Aziatische leeuwen staan bovenaan de voedselketen. Er zijn dus weinig dieren die op Aziatische leeuwen jagen. Ze delen wel hun leefgebied met gestreepte hyena’s, Indische panters en wilde honden. Deze roofdieren jagen allemaal op vergelijkbare prooien. Leeuwen vechten dan ook wel eens om kadavers te beschermen of juist te stelen.

Aziatische leeuwen blijven ook het liefst uit de buurt van moeraskrokodillen en Indische cobra’s. Vroeger deelden ze hun leefgebied met Aziatische olifanten, Indische neushoorns en Bengaalse tijgers, maar door de afname van de leefgebieden van alle vier soorten komen ze deze in het wild niet meer tegen.

ZfvzDRAAACIAE0nP

Rond 1900 bereikte het aantal wilde Aziatische leeuwen een dieptepunt. Er waren op dat moment minder dan 20 dieren over. Sindsdien is de jacht op de leeuwen verboden en is het leefgebied van de leeuwen steeds beter beschermd. Daardoor stijgt het aantal leeuwen in India weer. In 2017 waren het er al 650! Hoewel het dus steeds beter gaat met de Aziatische leeuw, stammen de meeste dieren wel af van dezelfde voorouders. Hierdoor is het risico op inteelt bij Aziatische leeuwen vrij groot. De status in het wild van de Aziatische leeuw is daarom nog steeds “Bedreigd”.

aLF4gWGNHVfTOb8Y

Aziatische leeuwen in dierentuinen hebben vaak problemen met hun evenwicht. Ze lopen wankel of vallen soms zelfs om. Deze leeuwen hebben een verdikking in hun schedel, waardoor de hersenen worden verdrukt. De evenwichtsproblemen die hierdoor ontstaan, noemen we ataxie. 

De oorzaak van ataxie is nog onbekend. Mogelijk is het erfelijk en komt het zo veel voor bij Aziatische leeuwen omdat het risico op inteelt zo groot is. Een andere optie is een gebrek aan vitamine A. Met wetenschappelijk onderzoek proberen we de oorzaak van ataxie uit te pluizen en zoeken we naar manieren om de aandoening te voorkomen. Zo komt de leeuw weer op zijn poten terecht.

Z_PbY3dAxsiBwaDf

Diergaarde Blijdorp coördineert het Europese populatiemanagement programma van de Aziatische leeuw. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van leeuwen in dierentuinen welke dieren we het beste aan elkaar kunnen koppelen voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Zo bouwen we een gezonde populatie op als reserve voor de wilde dieren, met als uiteindelijke doel om leeuwen weer terug te brengen in hun natuurlijke leefgebied als de omstandigheden daar gunstig voor zijn.