Na de geboorte houdt het jong zich vast aan de buik van de moeder. Na een week of twee verhuist het naar de rug totdat het op eigen benen kan staan. De hele groep zorgt voor de jongen die ook door andere vrouwtjes worden gedragen. De zoogtijd duurt 10 weken.

Madagaskar is een eiland, gelegen voor de kust van Mozambique in Oost-Afrika. Het is het op drie na grootste eiland ter wereld en bestaat uit veel verschillende biotopen. Die verscheidenheid heeft er voor gezorgd dat zich in al die biotoopjes nieuwe diersoorten konden
ontwikkelen. Tot voor kort gingen de primatologen uit van een vijftigtal verschillende soorten lemuren op Madagaskar. Met behulp van nieuwe DNA-technieken is het gelukt om het bestaan van wel honderd verschillende lemurensoorten te bewijzen. En er worden regelmatig zelfs nog nieuwe soorten ontdekt! Helaas groeit de menselijke bevolking van Madagaskar razend snel en daardoor komen de dieren meer en meer in de knel.

Maki’s gebruiken een breed repertoire aan geluiden, van krachtige alarmkreten, grommen en fluiten tot zacht miauwen. De alarmroep, die klinkt als ‘oua-oua’ wordt door de hele groep tegelijk gebruikt. De mannen hebben een luide parings- en territoriumroep die klinkt als een soort klagelijk gehuil.

Maki’s communiceren vooral met geuren. Je ziet de vrouwtjes vaak geurmarkeringen afzetten uit klieren op hun achterwerk. De mannen wrijven hun staart langs de geurklieren op hun polsen. Tijdens het paarseizoen zwaaien zij met hun stinkende staart in de hoop rivalen af te schrikken.