Menu

Hoofdingang

Blijdorplaan 8
3041 JG Rotterdam
Nederland
Vandaag tot 18:00 uur geopend

Collectiebeheer

Fokprogramma’s en surplus-dieren

Voor Diergaarde Blijdorp is natuurbehoud één van de belangrijkste doelstellingen. Vandaar de actieve deelname aan ruim 97 internationale fokprogramma’s van bedreigde diersoorten. In Europa zijn dit de zogenaamde EEP-programma’s (EAZA Ex-situ Programme). Deze diersoorten worden in de Diergaarde aangegeven met het EEP-symbool. Blijdorp coördineert vijf EEP’s die van de Aziatische olifanten, kleine panda’s, kuifhert, Rüppellsgier en Egyptische landschildpad. Blijdorp coördineert ook het wereldwijde fokprogramma van de kleine panda. Daarnaast streeft Blijdorp ernaar, binnen de grenzen van haar mogelijkheden, om bedreigde dieren ooit weer naar hun oorspronkelijke leefmilieu terug te brengen. Er bestaan al enkele succesvolle voorbeelden van dergelijke ‘reïntroductieprojecten’ bij o.a. Arabisch oryxen, Europese wilde katten en oehoes.

Er worden jaarlijks honderden dieren geboren in Blijdorp. Dat komt het welzijn van onze dieren ten goede en is natuurlijk ook erg leuk voor het publiek. Maar wat gebeurt er eigenlijk met deze dieren als ze volwassen zijn?

Op tijd weg

De meeste dieren zullen in de natuur hun ouders verlaten als ze geslachtsrijp zijn. Dat geldt voor dieren die alleen leven, de zogenaamde solitaire dieren, maar ook voor sociale dieren die in groepsverband leven. Soms is er wel plek voor de jonge vrouwtjes, maar de mannetjes moeten meestal vertrekken. Gebeurt dat niet, dan ontstaan er grote conflicten. Dat probleem speelt ook in de dierentuinsituatie. Jong-volwassen dieren moeten tijdig bij hun ouders weggehaald worden. Als er in Blijdorp geen plek is voor deze dieren, zoeken we een andere dierentuin die ze wil hebben. We spreken dan van “surplus-dieren”. Blijdorp heeft achter de schermen speciale verblijven waar surplusdieren tijdelijk gehuisvest worden.

Onderling uitwisselen

De overgrote meerderheid van de surplusdieren verhuist naar een andere dierentuin. Een speciale “available and wanted list”biedt uitkomst. Dit is een lijst waarop alle erkende dierentuinen aangeven welke dieren ze teveel hebben en welke ze juist zoeken. Overigens betalen dierentuinen niet voor elkaars dieren. Alleen de ontvangende partij neemt de kosten voor het transport voor zijn rekening.

Fokprogramma

Soms wordt het surplus-probleem centraal opgelost. Dat gebeurt met dieren die onderdeel uitmaken van een Europees fokprogramma (het E.E.P.) De coördinator van het bewuste fokprogramma bepaalt namelijk waar welke dieren naartoe verhuizen. Blijdorp bepaalt bijvoorbeeld voor de Aziatische olifanten waar welke dieren naartoe gaan. En de coördinator van het gorilla-fokprogramma in een andere dierentuin vertelt waar onze volwassen gorilla’s geplaatst gaan worden. Dieren uit een fokprogramma zijn als het ware gezamenlijk bezit.

Niet plaatsbaar

Doordat dierentuinen steeds beter fokken, zijn er echter ook diersoorten waarvan er teveel worden geboren. Geboortebeperking zou dan een oplossing kunnen zijn, maar daar zijn dierenartsen geen voorstander van. De (prik)pil blijkt toch vaak gezondheidsproblemen te geven en sterilisatie is onomkeerbaar, zeker bij bedreigde diersoorten is dat geen optie.

Teveel mannen

Soms zijn overschotten domweg niet te voorkomen, tenzij je het fokprogramma helemaal opgeeft. Indische antilopen zijn een goed voorbeeld. Deze dieren leven in kuddes met een leidend mannetje en tien of meer vrouwtjes. Er worden echter evenveel mannetjes als vrouwtjes geboren. Gevolg: een overschot aan antilopebokken. Soms worden er daarom mannengroepen opgezet. In Sevilla werd met hulp van Blijdorp bijvoorbeeld een mannengroep voor Aziatische olifanten gestart. Dat is echter niet met alle diersoorten mogelijk. Mannelijke antilopen zullen elkaar de tent uitvechten.

Doden

Zodoende komt het voor dat af en toe een dier moet worden gedood. Gelukkig komt dit maar heel weinig voor, en nooit voordat we alle andere alternatieven hebben onderzocht. Daar is zelfs een officieel protocol voor. Gedode dieren worden soms opgevoerd aan onze roofdieren. Voor onze leeuwen en tijgers een heus feest. Zo vinden gedode dieren toch nog een nuttig einde.